Bureaucratie in de advocatuur?


  

 

  

 

 

2 oktober 2010

Kernwaarde of kernbom?

door Frans van Velsen

Francis Fukuyama karakteriseerde in zijn Frederik van Eedenlezing op 14 september ons land als een schoolvoorbeeld van een high trust society die in enkele jaren is veranderd in een land dat gedomineerd wordt door wantrouwen. Ik moet dat helaas hartgrondig met hem eens zijn: door de complete verwoesting van het collectieve vertrouwen zijn wij opgezadeld met een cultuur die gedomineerd wordt door achterdocht en cynisme en waarin het uiteindelijk meer gaat om de schijn dan om het zijn.

Het panacee dat wordt toegepast is toezicht, toezicht en nog eens toezicht, alsof dat iets zou uithalen. Nee, natuurlijk haalt het niets uit, maar het geeft een schijn en wie toezicht heeft geregeld kan met recht en reden beweren 'er iets aan gedaan te hebben' zelfs al was de noodzaak daartoe geenszins aanwezig en ging het alleen maar om toegeven aan een politieke sirenenzang. Zo heeft zich in alle stilte al een omwenteling voltrokken en zijn de burgers subject geworden van een ontembare regelzucht die na een periode van deregulering in voorbije decennia bezit van de overheid heeft genomen en die haar aanzet zich met alles te bemoeien, inclusief hetgeen geen regeling behoeft of zelfs maar verdraagt.

Ook in ons beroep doen de gevolgen zich al een poosje gelden: de roep om toezicht is onstuitbaar en heeft de kracht van de self fullfilling prophecy want het houden van toezicht suggereert immers de noodzaak daartoe. Ik zou toch echt geen misstanden of schandalen kunnen noemen, die het rechtvaardigen. Er wordt bovendien - zoals wij reeds aan de commissie Huydecoper lieten weten - al extreem veel toezicht uitgeoefend op de beroepsuitoefening, niet alleen door de lokale Dekens, maar ook door de tuchtrechter, de klachtencommissie, de strafrechter, de civiele rechter, het BFT en de Raad van Advies. Dat zijn er 7 en als de thans roependen hun zin krijgen worden het er met de zelfgevraagde tussenkomst van Docters van Leeuwen 8. En wat voegt het toe? Niets dan narigheid: nutteloze bureaucratie en vooral bedilzucht van onwetenden.

Ik was verrukt van Loorbachs Dekenrede toen hij daarin zei dat de Orde 'geen filiaal is van het Ministerie', dat is tenminste taal die een Deken past en het is veel te lang geleden dat we die hoorden (ik moest in mijn geheugen teruggaan tot Leo Spigt). Maar dat 'filiaal van het ministerie' is helaas wel een perceptie die wij de afgelopen jaren hebben opgedaan: bij alle over ons uitgestorte narigheid werd door de Algemene Raad steeds te kennen gegeven 'dat we het maar beter zo zelf konden doen omdat anders de minister het zou doen en nog veel erger', een houding die Theo van Schagen in het College van Afgevaardigden treffend typeerde als die van een 'burgemeester in oorlogstijd'. Ik hoop van harte dat Loorbach het niet bij woorden laat, maar helemaal gerust ben ik er niet op want het is inmiddels een al diepgewortelde verkeerde attitude en helaas is de omvang van de bureaucratie aan de Neuhuyskade ook meer dan afdoende om dingen diep te laten wortelen.

Droevig is ook de discussie over de 'kernwaarden' die in de Advocatenwet zouden moeten worden vastgelegd. Wat zijn dat? Kan iemand mij een definitie daarvan geven? Ik ben maar even op zoek gegaan. Geen wetenschappelijk werk noemt ze maar modieus is de term wel: wie 'm even 'Googelt' vindt hele stapels treffers uit managementboeken en bedrijfsuitingen, vaak met als voorbeeld erbij 'maatschappelijk verantwoord ondernemen'. Bedrijven die de prijzen verhogen; de service verlagen en graaiende bonusjagers tewerk stellen, maar die jaarlijks met een gehuurde autobus en daartoe vrijgesteld personeel met minderbedeelde bejaarden een uitstapje naar de dierentuin organiseren vanwege het 'maatschappelijk verantwoord ondernemen'. Wie had het daar over schijn?