YOUR LOGO GOES HERE

Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Brochure

  Reageren

  Handleiding

  Dossiers

  Links

  

 

  

 


Lustrumcongres ondergraaft geloofwaardigheid kwaliteitszorg Orde van Advocaten

Op 28 april 2004 heeft het lustrumcongres van de Raden voor Rechtsbijstand plaatsgevonden. Het 10 jarig bestaan van de Raden van Rechtsbijstand werd hierbij gevierd. Het programma vermeldde ondermeer een openingsspeech door de Minister van Justitie, Mr. J.P.H. Donner. De toegang was gratis. Wel diende men zich vooraf aan te melden. Er was plaats voor maximaal 500 deelnemers. Advocaten konden door aan het congres deel te nemen 6 opleidingspunten halen. Gezien het feit dat advocaten onder normale omstandigheden verplicht zijn deze opleidingspunten te halen door het volgens van cursussen die in het algemeen niet goedkoop zijn, was dit een buitenkans. Het zal derhalve geen verbazing wekken dat de 500 deelnemingsplaatsen snel volgeboekt waren.

Op het congres kon ook worden deelgenomen aan elektronische stemmingen over een aantal vragen waaronder de vraag “Heeft een burger die een eigen bijdrage in plaats van het volle tarief betaalt recht op een even goede rechtsbijstand?”

Uit de folder blijkt niet wat bedoeld wordt met een “even goede rechtsbijstand”. Wordt bedoeld rechtsbijstand die verleend wordt door een advocaat met een auditverklaring of door een advocaat die altijd binnen maximaal 4 uur te bereiken is?

Te verwachten is dat op de vraag massaal “ja” zal worden beantwoord. Wie is er nou tegen dat een burger die een eigen bijdrage betaalt recht heeft op een even goede rechtsbijstand, niet waar? Afgaande op de inhoud van de folder mag worden aangenomen dat geen vragen gesteld zijn over de wijze waarop e.e.a. bekostigd en geconcretiseerd zal worden. Zo zal vast en zeker niet de vraag gesteld zijn of, om wille van de gelijke rechten van de burger die een eigen bijdrage betaalt, aanvaardbaar is dat een advocaat die een toevoeging behandelt moet werken onder omstandigheden die, als het om een werknemer zou gaan, voor iedere vakbond een reden zou zijn om termen als “onderbetaling” en “uitbuiting” in de mond te nemen. Misschien speelt bij het feit dat dat nu al het geval is, dat het gebruikelijk is dat advocaten om statusoverwegingen de schijn ophouden dat het allemaal multimiljonairs zijn, dit in tegenstelling tot topmanagers en -politici, die het feit dat anderen meer verdienen aangrijpen als argument om zich als achtergesteld te presenteren en nog hogere salarissen of verdere salarisverhogingen of emolumenten te bedingen, en een voorbeeldfunctie vervullen voor gewone werknemers, al dan niet lid van de FNV, die, zij het op een aanzienlijk beschaafder en bescheidener niveau, deze en dergelijke voorbeelden volgen.

Kortom: de gratis opleidingspunten zullen grote aantallen advocaten naar het congres gelokt hebben en de vraag “Heeft een burger die een eigen bijdrage in plaats van het volle tarief betaald recht op een even goede rechtsbijstand?” zal ongetwijfeld massaal met “ja” zijn beantwoord.

Het gevaar bestaat dat deze gang van zaken ertoe leidt dat de gratis opleidingspunten gaan fungeren als een soort beloning voor deelname aan een applausmachine in plaats van als een bewijs van kwaliteit. Op zijn minst is de schijn gewekt.

Indien ruimte ontstaat voor twijfel hierover kan de geloofwaardigheid van de permanente opleiding als “kwaliteitsinstrument” en daarmee ookd die van de “kwaliteitszorg” van de Orde van Advocaten in het algemeen, een deuk krijgen.

folder

 

29 april 2004