Bureaucratie in de advocatuur?

Home   Brochure   Reageren   Handleiding   Links	Antwoord op vragen over foute advocaten Minister Donner heeft geantwoord op de vragen lid van de Tweede Kamer Jan de Wit over foute advocaten. Volgens minister Donner kan de redactie van het artikel in het Parool ten onrechte de indruk wekken dat iedere deken vijf of tien advocaten in zijn arrondissement kan noemen die zich zodanig misdragen dat zij van het tableau zouden moeten worden geschrapt, dat zij niet meer als advocaat werkzaam zouden moeten kunnen zijn. In het licht hiervan is het jammer dat het niet mogelijk is het interview met Mr. Unger op BNR Nieuwsradio over foute advocaten via de website van BNR te beluisteren. Dit is opmerkelijk omdat dat met twee andere interviews met Mr. Unger – zie hier en hier – wel mogelijk is. Zou dat toeval zijn? Volgens minister Donner heeft Mr. Unger met haar confronterende uitspraken de situatie waarin advocaten zodanig handelen dat zij tuchtrechtelijk kunnen worden aangepakt bespreekbaar willen maken. Betekent dit dat e.e.a. in de ogen van minister Donner of van Mr. Unger tot dan toe niet bespreekbaar was? Volgens minister Donner ziet de uitspraak van Mr. Unger over de vijf of tien advocaten die de dekens kunnen opnoemen met name op zogenoemde recidivisten, advocaten die met enige regelmaat met klachten van rechtzoekenden of bewaren van de deken worden geconfronteerd. Volgens minister Donner moet daarbij onderscheid worden gemaakt tussen advocaten die zich niets van regelgeving aantrekken en advocaten die uit nonchalance of onkunde regels overtreden. Minister Donner geeft aan dat strengere regels geen oplossing zijn voor het probleem van de kleine groep die de regels niet respecteert omdat een advocaat die stelselmatig regels overtreedt dat ook zal doen bij strengere regels en dat in dit geval een strikt vervolgingsbeleid geboden is. Vervolgens zet hij uiteen dat een dergelijk strikt vervolgingsbeleid er al is. Hieruit kan worden afgeleid dat er geen aanleiding is voor weer een apart bureau met ongetwijfeld vele duurbetaalde medewerkers voor “schrappingsprocedures” zoals door Mr. Unger gewenst. Eerder is in deze website opgemerkt de vragen 3 en 4 komt naar voren dat de Wit vindt dat de overheid de grip op de advocaten moet versterken en dat het niet voor de hand zou liggen dat hij minister Donner hierbij tegenover zich zou vinden. Deze voorspelling is niet uitgekomen, het is meegevallen en de anwoorden van minister Donner komen redelijk evenwichtig over, evenwichtiger in ieder geval dan de eerdere uitlatingen van Mr. Unger, om maar te zwijgen van de xpeciale aflevering van het Advocatenblad met de titel (special) “Advocatuur op drift?”   Zie hier het volledige antwoord van minister Donner op de vragen van Jan de Wit. 24 april 2006 update 25 april 2006