YOUR LOGO GOES HERE

Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Brochure

  Reageren

  Handleiding

  Links

  

 

  

 

De uitzending tijdens de Ordevergadering 3

Heksen in toga aflevering 8

De verslaggever met het toontje komt weer aan het woord. Hij zegt dat Nick Huls hoogleraar rechtssociologie aan de universiteiten te Rotterdam en Leiden is en dat hij voorzitter is van een commissie die de w.s.n.p. moet hervormen. Jazeker, dezelfde Nick Huls die in de aflevering van het advocatenblad "Advocatuur op drift?" aan het woord was en daar onder het hoofd "Orde moet afscheid nemen van voor- en achterhoede" zich zeer geringschattend uitliet over "eenpitters die zich verzetten tegen peer review en andere vormen van controle" waarmee hij een direkte aanval doet op de vrijheid van meningsuiting. Huls gelooft er niets van dat het aantal bewindvoerders nu voldoende is. Hij zegt dat het heel moeilijk is om goede bewindvoerders te vinden. Het bericht van “alles is onder controle” in bewindvoerdersland, neemt hij met de nodige korrels zout. Daarvoor zijn er te veel berichten over bewindvoerderskantoren die omvallen, bewindvoerders die veel te veel dossiers in behandeling nemen en weinig aandacht hebben voor de problemen van de cliënt, aldus Nick Huls. Opmerkelijk is dat Huls spreekt over “problemen van de cliënt”, terwijl hier toch wel buiten twijfel zou moeten staan dat het hier gaat om w.s.n.p.-bewindvoerders en niet om andere bewindvoerders. Huls gaat er derhalve kennelijk van uit dat iemand die in de w.s.n.p. zit, een cliënt van zijn bewindvoerder is. “Men is voortdurend bezig met audits”, aldus Huls. Hij vindt dat de audits zich niet moeten beperken tot uiterlijkheden maar ook de dossiers induiken, bekijken: "halen de bewindvoerders er in voor de klanten wat er in zit?", vergelijken tussen bewindvoerders wie doet het goed, wie doet het het beste en degenen die het slecht doen zeggen: bedankt voor de moeite maar u mag dit werk niet doen, u doet het niet goed genoeg. Nu heeft hij het over “klanten”. Hij gaat er derhalve kennelijk van uit dat de taak van een w.s.n.p.-bewindvoerder hieruit bestaat dat hij er voor de “klanten”, uit moet halen wat er in zit (?).

Detmers, Rechter Commissaris, ziet hele andere problemen: er hoeft maar weinig mis te gaan of een hele schuldsanering gaat mis. Als eindafrekeningen van water en electra een paar honderd euro zijn, zullen mensen die 40 of 60 euro per week over houden om van te leven, ernstig in de problemen raken. De verslaggeefster merkt op dat mensen die nieuwe schulden maken buiten de boot vallen, iets waar zij, naar aanleiding van de deurwaarders die bij Anna de Jong bleven komen, niets over gezegd heeft en waar zij ook naar aanleiding van het verhaal van de nieuwe bewindvoerder over de klant (?) die van gas was afgesloten, niets over zegt. De Rechter Commissaris bevestigt dat het maken van nieuwe schulden een reden kan zijn om de schuldsanering te beëindigen De consequentie kan zijn dat de schuldenaar geen schone lei krijgt en aan het eind van de schuldeisers dus niet van de schulden af is. Schuldenaren vragen aan bewindvoerders: “wat moet ik nou” en daar kunnen de bewindvoerders geen antwoord op geven, aldus Detmers. Hier roert Detmers een belangrijk probleem aan.

Hierop aansluitend komt Anna de Jong nog een keer aan het woord: “Goh wat ben ik belazerd eigenlijk, hoe kan dat in Nederland dat mensen die eigenlijk beschermd zouden moeten worden of die hulp zouden moeten krijgen,ja dat is eigenlijk een hele zwakke schakel hierin Nederland en ik denk achteraf ook dat het in mijn ogen een grote rotzooi is.” Dacht Anna de Jong misschien dat zij in de w.s.n.p. zat terwijl zij in werkelijkheid een heel ander soort bewindvoerder gekregen heeft? Als dat het geval is kan zij inderdaad misschien zeggen dat zij “belazerd” is.

Duidelijk is in ieder geval dat bij Anna de Jong de deurwaarders en incassobureaus bleven komen. Wat kan dit betekenen? Hieronder worden drie mogelijkheden besproken:

1.Anna de Jong had er nog geen bewindvoerder maar was verstrikt geraakt in de gemeentelijke bureaucratie die aan de benoeming van een bewindvoerder voorafgaat.

2.Anna de Jong zat in de w.s.n.p. De deurwaarders en incassobureaus die bleven komen, kwamen voor vorderingen die ontstaan waren nadat de rechtbank de schuldsanering had uitgesproken.

3.Anna de Jong zat niet in de w.s.n.p. Haar goederen waren krachtens artikel 431 Boek 1 BW onder bewind geplaatst.

Ad 1

Anna de Jong zat in de gemeentelijke bureaucratie die aan de schuldsanering voorafgaat

De manier waarop Anna de Jong kenbaar maakt gek te worden van de problemen terwijl de deurwaarders en incassobureaus blijven komen en de schulden verder oplopen, is typisch een situatie die doet denken aan de situatie van iemand die verstrikt is geraakt in de gemeentelijke bureaucratie die aan de schuldsanering vooraf gaat. Toch is deze mogelijkheid niet waarschijnlijk. Wie in deze gemeentelijke bureaucratie zit heeft immers (nog) geen bewindvoerder terwijl duidelijk is dat Anna de Jong steeds wel een bewindvoerder had, of Anna de Jong en/of de programmamakers zouden de behandelend ambtenaar voor een bewindvoerder moeten hebben aangezien. Dat laatste is echter zeer onwaarschijnlijk waar het ging om bewindvoerders die werkten bij Obin of Stichting Tijdelijk Bewind Nuova.

Ad 2

Anna de Jong zat wel in de w.s.n.p. en maakte nieuwe schulden

Artikel 297 lid 1 van de Faillissementswet bepaalt dat de schuldenaar, behoudens uitzonderingen, zelfstandig bevoegd is tot het verrichten van rechtshandelingen. De schuldenaar kan derhalve betalingsverplichtingen aangaan, maar zal in het algemeen niet in staat zijn deze na te komen. Als de schuldenaar betalingsverplichtingen aangaat zal het gevolg derhalve al gauw zijn dat nieuwe schulden worden gemaakt, met alle, zeer ernstige, gevolgen van dien. Hoewel een bewindvoerder een controlerende functie heeft, zal, als het er echt op aan komt, uiteindelijk geen enkele bewindvoerder dit kunnen tegenhouden. Wel zal een bewindvoerder de saniet duidelijk aan het verstand moeten brengen dat deze geen nieuwe schulden mag maken en het verhaal over de belofte die mevrouw van Woelderen kennelijk gedaan had, dat zij voor een bankpas voor Anna de Jong zou zorgen, roept twijfels op of de bewindvoerder hierin tegenover Anna de Jong wel duidelijk is geweest. De manier waarop Anna de Jong de indruk wekt het vanzelfsprekend te vinden dat haar schulden steeds verder oplopen en de deurwaarders en incassobureaus blijven komen, zou er op kunnen wijzen dat zij, terwijl zij in de w.s.n.p. zat, door is gegaan met het maken van schulden. Dat geen van de verslaggevers opmerkt dat hier iets niet klopt, zegt weinig, ook al merkt in het slot van de uitzending een verslaggeefster wel op dat mensen die nieuwe schulden maken, buiten de boot vallen. Dat nergens in de uitzending naar voren komt dat ook maar een bewindvoerder er iets van gezegd heeft dat Anna de Jong nieuwe schulden zou maken, zou iets meer moeten zeggen, maar het zou kunnen dat dit meer zegt over de opleiding en ervaring van de bewindvoerders dan over de vraag of Anna de Jong tijdens de schuldsanering nieuwe schulden maakte of niet. Er klopt echter nog iets anders niet: in de uitzending wordt een uitspraak geciteerd waarin Obin als bewindvoerder wordt ontslagen. Anna de Jong wordt daarin aangeduid als “rechthebbende”. Als het hier echt om een w.s.n.p.-bewindvoerder zou gaan, is het uiterst onwaarschijnlijk dat een rechter Anna de Jong als “rechthebbende” zou aanduiden. In de Faillissementswet wordt de persoon op wie de schuldsanering van toepassing is verklaard, aangeduid als de “schuldenaar” en zeker niet als “rechthebbende”. Bovendien was de rechter die de bewindvoerder ontsloeg een kantonrechter. Bij de benoeming en het ontslag van een w.s.n.p.-bewindvoerder komt helemaal geen kantonrechter te pas.

Ad 3

Anna de Jong zat niet in de w.s.n.p. haar goederen waren krachtens artikel 431 Boek 1 BW onder bewind geplaatst.

Dit wordt, zoals aangegeven, ook wel “beschermingsbewind” genoemd. Gelet op het feit dat het ontslag van de bewindvoerder door een kantonrechter werd behandeld en het feit dat Anna de Jong als “rechthebbende” en niet als "schuldenaar" of "saniet" wordt aangemerkt, zou moeten worden aangenomen dat wij hier te maken hadden met beschermingsbewind en niet met w.s.n.p. Waar het er bij de w.s.n.p. om gaat dat betrokkene zijn of haar betalingsverplichtingen niet meer kan nakomen, gaat het er bij beschermingsbewind om dat betrokkene tengevolge van lichamelijke of geestelijke gesteldheid niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf behoorlijk waar te nemen. Dit heeft dus in principe niets met schulden te maken, maar het is natuurlijk wel mogelijk dat hier een schuldenprobleem aan ten grondslag ligt, zoals bij Anna de Jong misschien het geval was. In dat geval, als Anna de Jong helemaal niet in de w.s.n.p. zat, is het echter vreemd dat naar aanleiding van de problemen van Anna de Jong een coördinator die speciaal over de w.s.n.p. gaat en een hoogleraar rechtssociologie die voorzitter is van een commissie die gaat over de herziening van de w.s.n.p. aan het woord komen. Ook is het in dat geval vreemd dat Anna de Jong, terwijl zij helemaal niet in de w.s.n.p. zit, in een uitzending die toch de indruk wekt te gaan over problemen bij de w.s.n.p., een dergelijke centrale rol speelt, in een programma dat toch de w.s.n.p. als onderwerp heeft, althans die indruk ontstaat bij het beluisteren van het programma, waarbij op zijn minst de indruk ontstaat dat Anna de Jong wel in de w.s.n.p. zou zitten. Hoewel bij beschermingsbewind vaak een familielid tot bewindvoerder wordt benoemd, is niet uitgesloten dat ook hierin iemand van Obin tot bewindvoerder wordt benoemd. De website van Obin geeft in ieder geval aan dat Obin ook een afdeling Onder Beschermingsbewind voor Meerderjarigen (OBM) heeft. Anders dan bij de w.s.n.p. is het bij beschermingsbewind heel goed mogelijk dat, ook nadat het bewind is ingegaan, de activiteiten van deurwaarders en incassobureaus gewoon doorgaan. Toch klopt er ook in dit geval iets niet: Anna de Jong had immers een bewindvoerder, Sprokholt. Die beloofde orde op zaken te stellen en na 3 jaar zal zij van haar schulden af zijn. Als Anna de Jong niet in de w.s.n.p. zat, rijst de vraag waar Sprokholt het over kan hebben gehad als hij gezegd zou hebben dat Anna de Jong na 3 jaar van haar schulden af zou zijn. Misschien was Sprokholt wel helemaal geen bewindvoerder en was de heer Pennekamp de eerste bewindvoerder van Anna de Jong. Misschien was Sprokholt wel de behandelend ambtenaar en was het wel aanvankelijk de bedoeling dat w.s.n.p. zou worden aangevraagd en is later "bij vergissing" beschermingsbewind in plaats van w.s.n.p. toegepast.

Overigens neemt het voorgaande allerminst weg dat de uitzending in een aantal gevallen terecht de vinger legt op problemen die zich bij de schuldsanering voordoen.

19 januari 2006

update 21 juli 2010