YOUR LOGO GOES HERE

Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Brochure

  Reageren

  Handleiding

  Dossiers

  Links

  

 

  

 

 

Discussie over audit in Advocatenblad

Na een langdurige oorverdovende stilte hebben de eerste maanden van 2004 diverse advocaten in artikelen in het Advocatenblad hun mening gegeven over het auditgebeuren, nadat Frits Wolters, bestuurslid van de BOA, het spits had afgebeten met een artikel dat ook op internet is geplaatst.

Wolters geeft een uiteenzetting van de voorgeschiedenis en de achtergronden van het auditgebeuren.

Het begon er mee dat een kleine verhoging van de veel te lage toevoegingsvergoedingen zou worden ingevoerd. Natuurlijk ging dat niet zo maar: Er moest een tegenprestatie worden geleverd. Er moest ook naar kwaliteit gekeken worden, waarmee de suggestie werd gedaan dat met de kwaliteit van de advocaten van alles mis was. Natuurlijk heeft de Orde van Advocaten niet gewezen op wat er allemaal al aan kwaliteit gedaan werd, bijvoorbeeld in de vorm van de plicht tot het volgen van cursussen. Er werd een convenant gesloten waarin de onafhankelijkheid van de advocaat werd opgegeven. Er werden audits ingevoerd die aanvankelijk een voorwaarde vormden om voor een kleine verhoging van de toevoegingsvergoedingen in aanmerking te komen. Later werd het een voorwaarde om gefinancierde rechtsbijstand te mogen verlenen.

Wolters verwijst naar een zeer uitgebreid en goed gedocumenteerd artikel van Mr. E. van Staden ten Brink, gepubliceerd in aflevering 16 van het Advocatenblad van 2002, waarin van Staden ten Brink er op gewezen heeft dat audits gezien moeten worden als vijanden van de vrije advocatuur. Mr. Van Staden ten Brink haalde daarbij als eerste de voormalige Sovjet Unie er bij. In de voormalige Sovjet Unie diende de advocaat niet alleen de belangen van de cliënt te behartigen maar was daarnaast ook onderworpen aan de eisen van de socialistische legaliteit en politieke en economische doelstellingen, zo viel in dit artikel te lezen. Na dit zeer zeer interessante artikel bleef het echter oorverdovend stil.

In de recente reeks artikelen hebben meerdere artikelschrijvers de voormalige Sovjet Unie er bij gehaald. Het gelijk van degenen die de voormalige Sovjet Unie erbij haalden komt naar voren in een schrijven aan de BOA van 24 september 2003. Ook in de volgende afleveringen van dit artikel zal de voormalige Sovjet Unie er nu en dan bij gehaald worden.

Wolters wijst ook nog op uitspraken van de huidige Landelijk Deken en een hoge ambtenaar van het Ministerie van Justitie, Holthuis, waaruit naar voren komt dat zij zich er zeer wel bewust van zijn dat de strekking hiervan is een versterking van de greep van de overheid op de advocaten.

Wolters geeft aan dat hij geen audit aanvraagt en geen toevoegingen meer zal behandelen.

In aflevering 4 van het Advocatenblad staat een artikel onder de naam “asieladvocaten vs minister Verdonk”. Hoewel het hier over een ander onderwerp gaat is het ook voor advocaten die nooit asielzaken behandelen en dat ook niet van plan zijn nuttig deze ontwikkelingen te volgen omdat allerlei negatieve ontwikkelingen die zich in de asieladvocatuur voordoen een voorbode kunnen zijn voor wat zich in de advocatuur als geheel voordoet. Uit het artikel komt naar voren dat de minister een lage dunk van asieladvocaten heeft. Zo zouden zij ten onrechte procedures aanspannen en zo asielzoekers valse hoop bieden op een verblijfsvergunning. Ook zouden de asielzoekers omringd zijn door een ring van advocaten en andere hulpverleners die inspelen op emoties en zo een mediahype hebben ontketend. Er komt een asieladvocaat aan het woord die een opmerking maakt dat het een compliment is als de wederpartij dat zegt. De minister vindt dat een advocaat die in het belang van de cliënt handelt in hopeloze gevallen moet zeggen dat de cliënt gewoon terug moet gaan naar zijn land. Over de mogelijkheid dat ook de minister zelf wel eens valse hoop zou kunnen wekken door uitspraken met de strekking dat er in Nederland altijd plaats zal zijn voor echte vluchtelingen en dat wij in Nederland een fatsoenlijk asielbeleid hebben, vermeldt het artikel niets. Anders dan vaak gedacht wordt is het overgrote deel van de asielzoekers, ook de kansloze, er zelf namelijk rotsvast van overtuigd dat zij echte vluchtelingen zijn. De indruk blijft hangen dat de minister werkelijk gelooft dat advocaten, om wille van toevoegingsvergoedingen, asielzoekers procedures aanpraten.

Terug naar de algemene rechtspraktijk. Aan het woord komen Frans Ohm en Rutger Fortuin, directeuren en projectmedewerker vernieuwingen van de Raad voor Rechtsbijstand te Amsterdam.

Willem Nass

21 mei 2004

 


Update 21 maart 2005

In verband met auteursrecht is het niet mogelijk hier de integrale teksten van de artikelen op te nemen.