| ||
|
Bureaucratie
in de advocatuur? |
| |
|
Docters van Leeuwen betrokken bij e-courtArthur Docters van Leeuwen heeft in opdracht van de Nederlandse Orde van Advocaten een rapport uitgebracht met de titel "Het bestaande is geen alternatief". Docters van Leeuwen was eerder bekend als hoofd van de BVD, nu AIVD, procureur generaal bij het gerechtshof in den Haag en voorzitter van het College van procureurs-generaal. Aanleiding tot dit rapport was dat de Algemene Raad, het bestuur van de Orde van advocaten, hem gevraagd heeft "te adviseren over een transparante en krachtige organisatie van het toezicht op de advocatuur, inclusief de klachtbehandeling", zoals hij dat in het rapport omschrijft. Hij zegt nog niet eerder een organisatie te zijn tegengekomen "die zichzelf de vraag stelt of het bestaande toezichtsysteem verbeterd kan worden, zonder dat de politiek, de media en de samenleving moord en brand schreeuwen na een reeks van incidenten". Een van zijn aanbevelingen houdt in dat er een "beroepscertificaat" moet komen. Dit lijkt op een nieuw soort toevoegingsaudit, met als belangrijkste verschil dat iedere advocaat deze jaarlijks zal moeten ondergaan in plaats van, zoals bij de toevoegingsaudit, elke drie jaar en dat het beroepscertificaat verplicht is voor alle advocaten en dus niet alleen, zoals de toevoegingsaudit, voor advocaten die toevoegingen behandelen. Dit advies is gekomen enkele maanden nadat de toevoegingsaudit formeel was afgeschaft. Docters van Leeuwen blijkt nu daarnaast ook betrokken te zijn bij e-court. E-court is destijds gepresenteerd als een soort alternatieve rechtbank. Docters van Leeuwen is lid van de raad van toezicht van e-court. E-court heeft destijds aanleiding gegeven tot de nodige onrust. De Raad voor de rechtspraak had er uitdrukkelijk afstand van genomen. Ook de mogelijkheid dat rechters in het kader van een bijbaan tevens voor e-court werkzaam zouden kunnen zijn heeft tot de onrust bijgedragen. Later heeft overleg tussen het Ministerie van Justitie, de Raad voor de rechtspraak en e-Court geleid tot afspraken die met zich meebrachten dat e-court de termen "rechtbank", "rechter" en "vonnis" niet langer gebruikte, waarmee een mogelijkheid tot verwarring bij het publiek was weggenomen. De gang van zaken heeft ook nog aanleiding gegeven tot vragen in de Tweede Kamer, van het Tweede Kamerlid Arda Gerkens van de SP, waarbij de term "pseudorechtbank" is gevallen. Deze kamervragen hebben er o.a. toe geleid dat minister Hirsch Balin heeft toegezegd dat zijn ministerie de vraag of het wenselijk is dat rechters een nevenfunctie bij e-court vervullen met de Raad voor Rechtspraak zou bespreken. Daarbij zou de inzet zijn onduidelijkheid over de status van e-court uit te sluiten. Dat laatste lijkt redelijk te zijn gelukt. Naar aanleiding van het rapport dat Docters van Leeuwen in opdracht van de Orde van advocaten heeft geschreven is op 9 april 2010 een speciale aflevering van het Advocatenblad verschenen, met de typerende titel "geen grote misstanden, toch urgent probleem". Een citaat daaruit: "Het is slecht voor de advocatuur wanneer advocaten die nooit meer in een rechtsstrijd verkeren , onder dezelfde paraplu van privileges mogen schuilen". Hij doelt daarbij op advocaten die alleen maar formeel advocaat zijn en feitelijk niet als zodanig werkzaam zijn of advocaten die een andere hoofdactiviteit hebben. Op de buitengewone vergadering van de orde van advocaten die op 18 juni 2001 op initiatief van de BOA plaats vond, zie ook hier, kwamen twee advocaten, Hilda de Groot en Prem Radhakishun, aan het woord op wie deze omschrijving van toepassing zou kunnen zijn. Toevallig (?) droegen zij allebei een boodschap uit die kort samengevat kan worden met de woorden "ga maar rustig slapen, de Orde van advocaten zorgt wel voor je". Zij vonden de zorgen die tot het bijeenroepen van de vergadering aanleiding had gegeven, overdreven. De hoofdactiviteit van Hilda de Groot was iets anders dan het advocatenwerk. De activiteiten van Hilda de Groot bestonden grotendeels uit die van directeur van de Skir, lid van de raad van toezicht van de plaatselijke Orde van advocaten en die van auditor. De hoofdactiviteit van Prem Radhakishun bestond uit werkzaamheden als radio- en televisieprogrammaker. Voor zover zij daarnaast ook daadwerkelijk als advocaat werkzaam waren, was hier sprake van een nevenactiviteit. Bij de Orde van advocaten wordt in dit verband ook wel de term "shadow of the law" gebruikt. Radhakishun heeft de boodschap "ga maar rustig slapen, de Orde van advocaten zorgt wel voor je" letterlijk genomen en hij heeft geweten hoe de Orde van advocaten voor hem heeft gezorgd, met o.a. als gevolg dat de formulieren die iedere advocaat elk jaar voor 1 maart bij de Orde van advocaten moet inleveren, nu soms "Radhakishunformulieren" worden genoemd. Overigens zullen de advocaten de Radhakishunformulieren in de vertrouwde vorm niet meer ontvangen. Onlangs deelde de Orde van advocaten namelijk mede dat de formulieren alleen nog in digitale vorm, waarschijnlijk via een beveiligde website, kunnen worden ingediend. "Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker", zullen ze bij de Orde van advocaten gedacht hebben. Nu maar hopen dat de beveiliging van de website niet zo effectief is dat sommige advocaten die een probleem hebben met de beveiliging van de website helemaal niet meer in staat zijn de formulieren in te dienen. Dan krijgt de term "Radhakishunformulieren" weer een nieuwe dimensie. Aangetekend verzenden van de formulieren naar het antwoordnummer dat op de retourenvelop is vermeld, is er in ieder geval niet meer bij. Natuurlijk rijst de vraag of er op zich bezwaar tegen is dat een advocaat weinig of niet procedeert dan wel een andere activiteit als hoofdactiviteit heeft. Dit idee, dat ook Docters van Leeuwen weer over neemt, berust op een denkfout die onder meer hier eerder is besproken. De vraag naar de wenselijkheid van de combinatie door Docters van Leeuwen van de hiervoor genoemde hoedanigheden of rollen, is in ieder geval nog niet beantwoord en zo lang deze niet beantwoord is, zal deze combinatie de geloofwaardigheid van het rapport van Docters van Leeuwen niet ten goede komen. Desondanks wordt in het nieuwste advocatenblad, pagina 337, in het artikel "Toezichthouder in ontwikkeling" de verwachting uitgesproken dat een hiervoor ingestelde commissie veel voorstellen van Docters van Leeuwen zal onderschrijven. 27 augustus 2010
|
|
| |
|
|
|