Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Brochure

  Reageren

  Handleiding

  Links

  

 

  

 

 


Jan Carel Focken

En jawel hoor, daar was hij weer, Rechter Jan van der Does. In een artikel in aflevering 5 van het Advocatenblad van dit jaar, 2006, onder de titel “Klaar ben je”, schrijft hij dat de controle van de groep een waarborg voor kwaliteit is. Rechters werken met rechters in meervoudige kamer en zien hun werk gefileerd door appèlinstanties. Ook officieren van justitie werken in groepsverband en dan is er de openbare terechtzitting waar iedereen te kijk staat.

Toch wordt er soms slecht werk geleverd en Rechter Jan van der Does denkt dat vooral alleenwerkende advocaten aan een grote verleiding tot het leveren van slecht werk blootstaan, kortom, geheel in de lijn van speciale aflevering van het Advocatenblad met de titel (special) “Advocatuur op drift?”.

Vervolgens komt er een verhaal over een alleen werkende advocaat, Jan Carel Focken. Sinds zijn echtgenote hem heeft verlaten, heeft het telefonisch antwoordapparaat veel werk overgenomen, hij is een “blijmoedige vijftiger” gebleven en “als vanzelf” terechtgekomen in een toevoegingspraktijk van verdachten en vreemdelingen en hij heeft het er buitengewoon druk mee. Het "telefonisch antwoordapparaat" neemt een centrale plaats in in het hele verhaal. Waarom noemt het een "telefonisch antwoordapparaat"? Zijn er ook andere antwoordapparaten?

Al eerder is op deze website een artikel van Rechter Jan van der Does ter sprake geweest. Toen ging het over een advocaat, Herbert Lans, die eigenlijk een hoogleraar in de rechtssociologie was. Herbert Lans was een bekende Nederlander die zich bovendien graag liet uitnodigen bij televisieprogramma's. Natuurlijk bleef het niet bij televisieprogramma's, hij liet zich ook graag uitnodigen bij radioprogramma's, het Advocatenblad en last but not least, voor een commissie die de regering moet adviseren voor wetgeving betreffende de schuldsanering voor natuurlijke personen. Volgens Rechter Jan van der Does nam hij deel aan een praatprogramma over de kwaliteit van de rechtspraak maar eigenlijk ging het praatprogramma over de kwaliteit van advocaten, met name alleenwerkende advocaten, en bewindvoerders, waarbij het onderscheid tussen verschillende soorten bewindvoerders wat uit het oog werd verloren.

Terug naar het recente artikel, dat van aflevering 5 van het Advocatenblad van 2006. Het artikel wordt opgefleurd door een afbeelding van een heks in toga. De toga is niet zwart maar bruin en de heks in toga vliegt niet op een bezemsteel maar drijft op een bootje in de vorm van een walnotedop. Het bootje drijft op een groot water. Het water ziet er rustig uit, maar in de lucht vliegt een roofvogel die kennelijk op de loer “ligt”, kortom helemaal in de stijl van het artikel van Mr. van de Klashorst. Onder water zal het ongetwijfeld krioelen van de slangen en krokodillen, om maar te zwijgen van de ratten, maar die zijn op de afbeelding niet zichtbaar, eveneens in de stijl van het artikel van Mr. van de Klashorst, waar in dat artikel de slangen en krokodillen onmiskenbaar aanwezig zijn, zonder met zoveel woorden te worden genoemd. De praktijk van Jan Carel Focken was een “vriendelijke chaos”. Hij was de eerste om toe te geven dat zijn werk niet altijd de “schoonheidsprijs” verdiende, “maar wat wilt u ook met al die drukte”.

Hierover kan worden opgemerkt dat het doel van het werk van een advocaat niet bestaat uit het winnen van schoonheidsprijzen. Als het feit dat zijn werk niet altijd de “schoonheidsprijs” verdiende, het grootste probleem is, is er derhalve weinig mis. Toch lijkt dit geen verstandige uitlating van Focken, zeker niet als hij het niet verdienen van schoonheidsprijzen ook nog eens op deze manier verbindt aan “al die drukte”.

Jan Carel Focken had beroep ingesteld voor een cliënt, een asielzoeker, waarbij hij de termijn had laten verlopen. Kennelijk hoopte Jan Carel Focken, ondanks de termijnoverschrijding, toch een positief resultaat te bereiken, anders zou hij het beroep niet meer hebben ingesteld, zo mag men aannemen. Of hij een goede reden had om te verwachten dat het beroep, ondanks de termijnoverschrijding, misschien toch een kans zou maken, zegt het artikel niet. Rechter Jan van der Does vermeldt dat de cliënt van Jan Carel Focken geleerd had alles wat te maken had met autoriteit te wantrouwen. Dat laatste is niet vreemd of uitzonderlijk voor een asielzoeker. Zo zei mevrouw Hirsi Ali in het radioprogramma “Casa Luna” in de nacht van zaterdag 4 maart op zondag 5 maart 2006 letterlijk: “De overheid is je vijand. Je moet allerlei listen verzinnen om de overheid te slim af te zijn en als de overheid je pakt dan maken ze je af, ze verkrachten vrouwen, ze sluiten je vader op, ze sluiten mensen op, ze buiten je uit”.

De asielzoeker was op de terechtzitting aanwezig. De discussie op de terechtzitting beperkte zich tot de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Ook de cliënt leek het waanzinnig als zijn lot afhankelijk zou zijn van een paar dagen en hij benadrukte dat hij onmisbaar was op zijn werk om de hoek en voor zijn gezin in de verte. Deze argumenten konden dankzij de rechtsgeleerde raadsman niet aan de orde komen. Of het resultaat anders zou zijn geweest als deze argumenten wel aan de orde hadden kunnen komen, vermeldt het artikel niet. Met onmisbaarheid voor zijn gezin in de verte wordt bedoeld dat hij geld naar zijn gezin stuurt en dat het gezin zich daarvan in leven houdt. Dit levert geen grond voor een verblijfsvergunning op. Wil onmisbaarheid voor zijn werk om de hoek een rol spelen, dan zal hij, behalve dat aan andere eisen voldaan moet zijn, waaronder die van een machtiging tot voorlopig verblijf, over bijzondere kwaliteiten moeten beschikken, zodanige kwaliteiten dat dat werk niet door iemand uit Nederland of een ander EU land kan worden gedaan. Blijkbaar had zijn gezin in het land van herkomst geen andere problemen dan dat het gezin het levensonderhoud niet kon bekostigen. Dat levert geen grond op voor toekenning van een verblijfsvergunning.

Wat hiervan zij, het ziet er naar uit dat Mr. Focken een beroepsfout had gemaakt waaruit mogelijkerwijs schade zou kunnen ontstaan. Als het in orde is had Mr. Focken hiervoor een verzekering die dekking geeft voor aansprakelijkheid voor dergelijke beroepsfouten. Een dergelijke beroepsaansprakelijkheidsverzekering is voor een advocaat noodzakelijk en verplicht evenzoals een WAM verzekering voor een automobilist noodzakelijk en verplicht is. Iedere advocaat loopt een risico, zoals iedere automobilist, zelfs een automobilist die al meer dan 20 jaar schadevrij rijdt, een risico loopt om een aanrijding met schade te veroorzaken. Een advocaat die al te hard roept dat hem dat niet zal overkomen en dat alleen klungels fouten maken, loopt een verhoogd risico, evenzoals een automobilist die al te hard roept dat hij nooit fouten maakt en dat alleen klungels dat doen, een verhoogd risico loopt op het maken van een fout waardoor een aanrijding kan ontstaan. Geen enkele advocaat is daarvan uitgezonderd, een alleenwerkende advocaat niet, ook al heeft hij het voordeel dat hij alles in eigen hand kan houden, en een advocaat in een kantoor met 100 advocaten evenmin, ook al heeft hij misschien met meer sociale controle te maken dan een alleenwerkende advocaat. Ook maakt het daarbij niet uit of de telefoon wordt opgenomen door een antwoordapparaat waarop kan worden ingesproken, door een secretaresse, al dan niet op afstand, die al dan niet iets afweet van waar de klant over belt, of een antwoordapparaat dat, met of zonder wachtmuziek, periodiek herhaalt dat alle medwerkers in gesprek zijn, terwijl de beller aan het wachten is en telefoontikken moet betalen. Duidelijk is wel dat een antwoordapparaat dat vele malen herhaalt dat alle medewerkers in gesprek zijn terwijl de beller telefoontikken moet betalen, het als statussymbool beter doet dan een antwoordapparaat dat een meldtekst laat horen en vervolgens de beller direkt de mogelijkheid geeft een boodschap in te spreken.

Een advocaat moet, ongeacht de grootte van zijn kantoor, een goede administratie hebben die het maken van dit soort fouten uitsluit. Absolute zekerheid biedt echter geen enkele administratie, want ook bij het gebruik van, en met name de invoer in, een dergelijke administratie kunnen vergissingen worden gemaakt. Ondermeer daarom moet iedere advocaat een beroepsaansprakelijkheidsverzekering hebben.

28 april 2006