Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Dossiers

  Links

  

 

  

 

 

De bijkomende kosten van de advocaat

Geldwolven en bloedzuigers Aflevering 2

Hoe komt het dat advocaten gezien worden als geldwolven of bloedzuigers?

Voor een deel hangt dit samen met het feit dat, zodra geprocedeerd wordt, de advocaat allerlei kosten moet betalen. Zo zijn daar de griffierechten. Deze kunnen enkele tientjes bedragen, doch kunnen ook oplopen tot, naar de huidige tarieven, € 4 667,-- per procedure, afhankelijk van het soort procedure en het belang van de procedure. Daarnaast moeten er soms ook andere kosten, zoals procureurskosten en deurwaarderskosten worden betaald. Dit soort kosten worden aan de advocaat in rekening gebracht. De advocaat moet dit soort kosten betalen. ongeacht of de cliënt betaalt of niet. De advocaat kan dit soort kosten doorberekenen aan de cliënt. Als de cliënt om welke reden dan ook niet betaalt, is dat het probleem van de advocaat. De advocaat kan proberen deze via een procedure op de cliënt te verhalen, maar als dat niet lukt zal de advocaat zelf de kosten moeten dragen. In dat geval komt het er dus op neer dat de advocaat zware werkzaamheden moet verrichten en een grote verantwoordelijkheid daarvoor moet dragen en ook nog eens, soms hoge, kosten moet betalen. Dit is ook een belangrijke reden waarom advocaten vaak, alvorens te beginnen met de werkzaamheden, met name indien die het voeren van een procedure betreffen, een voorschot vragen. De praktijk leert helaas dat een advocaat die er een gewoonte van maakt met procederen te beginnen zonder dat de cliënten een voorschot betalen, en dit soort kosten dus uit eigen middelen voorschiet, dit soort problemen krijgt en vroeg of laat in ernstige problemen komt. Het faillissement van Vest Advocaten zou hiervan mogelijkerwijs mee te maken kunnen hebben. Alle wilde verhalen over advocaten met marmeren vloeren en gouden kranen en peperdure BMW's doen daar niet aan af. Overigens komt het voorschieten van dit soort kosten neer op een soort bankiertje spelen, het verlenen van een krediet, en dit is niet verenigbaar met de werkzaamheden van een advocaat, zeker niet als de cliënt degene is aan wie een krediet verstrekt wordt. Dit kan leiden tot belangenverstrengeling. De advocaat wordt dan, behalve belangenbehartiger van de cliënt, immers ook diens schuldeiser, en krijgt dus als het ware twee petten op, wat weer tot allerlei negatieve bijverschijnselen kan leiden, zoals bijvoorbeeld dat de cliënt er een financieel belang bij kan hebben de advocaat te betichten van het leveren van slecht werk.

In de perceptie van de cliënt zijn de kosten die de advocaat moet betalen en aan de cliënt doorberekent, zoals griffierechten, kosten van de advocaat en dragen die kosten dus bij aan het beeld dat de advocaat erg duur is. Dit soort kosten dragen dus bij aan het beeld dat de advocaten “allemaal bloedzuigers” zijn. Als de cliënt alleen de griffierechten en eventuele andere kosten die aan de advocaat in rekening worden gebracht, heeft betaald, heeft de advocaat er uiteraard nog niets aan verdiend.

Een van de redenen waarom advocaten vaak gezien worden als geldwolven of “allemaal bloedzuigers” is dus dat advocaten, alvorens met het verrichten van werkzaamheden of bepaalde werkzaamheden te beginnen, vaak een voorschot vragen. Paul Ruijs doet op zijn website Courtwatch onder de rubriek “Tip van de dag” ondermeer de volgende aanbeveling: “Vertrouwen tussen advocaat en klant is de basis. Probeer het dus eens andersom. Geen voorschotnota, maar betaling na verrichting. (doet uw loodgieter ook) ”. Of uw loodgieter dat ook doet als het werk van de loodgieter bestaat uit het aanbrengen van gouden kranen, is overigens nog maar de vraag. Zoals we hiervoor gezien hebben krijgt de advocaat die deze aanbeveling opvolgt, gegarandeerd grote moeilijkheden.

Binnenkort meer

30 januari 2006