| ||
|
Bureaucratie
in de advocatuur? |
| |
|
Uitspraak Raad van State over toevoegingsauditDe Raad van State heeft op 12 januari 2011 uitspraak gedaan in een beroepszaak die betrekking had op de toevoegingsaudit. Naar het oordeel van de Raad van State kan de bezwaarcommissie die zich bezig hield met het behandelen van klachten en/of bezwaren tegen beslissingen van auditoren, niet als een orgaan van de Orde van advocaten worden aangemerkt, omdat de wet - genoemd wordt de Advocatenwet - geen grondslag voor het instellen van deze commissie bevat. Daarom was de rechtbank, sector bestuursrecht, niet bevoegd kennis te nemen van het beroep tegen de uitspraak van deze commissie, aldus de uitspraak van de Raad van State. De Raad van State stelt vast dat tegen een uitspraak van de commissie uitsluitend een vordering bij de burgerlijke rechter kan worden ingediend. Dit zou tevens met zich mee kunnen brengen dat de Orde van advocaten misbruik heeft gemaakt van een economische machtspositie, wat verboden is op grond van artikel 24 lid 1 van de Mededingingswet. Zie ook hier De uitspraak zou met zich mee kunnen brengen dat tegen een uitspraak van de commissie wel een klacht kan worden ingediend op grond van artikel 2 lid 1 van de Klachtenregeling van de Nederlandse Orde van Advocaten en artikel 9:1 van de Algemene Wet Bestuursrecht. Daarover zou de Nationale Ombudsman dan in hoogste instantie oordelen. Bij dit alles moet in aanmerking worden genomen dat de betekenis beperkt is omdat de toevoegingsaudit inmiddels is afgeschaft en de procedures derhalve niet meer van toepassing zijn. Inhoudelijk ligt dit anders omdat de voorschriften die bij de toevoegingsaudit aan de orde kwamen in belangrijke mate zijn overgenomen in de regeling vakbekwaamheid. Zie hier meer daarover. 17 januari 2011
|
| |
|
|
|